De Boxmeerse Vaart, fotografie Otto Snoek
DE GRONDSLAG
Voor ons laat-twinstigste eeuwers is het moeilijk de aan de overlevering ten grondslag liggende gebeurtenissen te begrijpen. De overlevering verhaalt dat een priester twijfelde aan de omzetting van brood en wijn in lichaam en bloed van Christus. Het bloed bruiste over de kelk en een druppel bleef op de corporale (witte doek) achter nadat de priester zijn fout erkende. Dit doek is bewaard gebleven en opgeborgen in de zilveren reliekschrijn en wordt in de Boxmeerse Vaart meegevoerd.
HET SCHRIJN
Eeuwenlang is er zeer veel over de Vaart gepubliceerd in binnen- en buitenland. Officiële documenten werden opgemaakt, rond 1582 vernietigd door een bezetter en in 1631 opnieuw geformuleerd. Meer tastbare bewijzen van brede waardering liggen vast in onder andere de oude vergulde draagkist, daterend uit 1482 en in vele oude kunstschatten zoals een gouden draagkist 1656 en fraaie 19e eeuwse processielantaarns gemaakt door Boxmeerse edelsmeden.
EIGEN BLOEDWONDER
Wij beseffen heden ten dage terdege dat in de periode van het ontstaan van de Vaart meerdere plaatsen hun eigen bloedwonder hadden. Het is niet de bedoeling de waarheid van deze verhalen te bewijzen. Enerzijds was en is de Vaart een hulde aan het heilig sacrament van de eucharistie, anderzijds wist en weet de Boxmeerse gemeenschap eeuwenoude tradities gelukkig naar waarde te schatten.
WOELIGE TIJD
Tot de zestiger jaren kende Boxmeer een Vaart-weekend. De jeugd kreeg een week vrijaf. De Vaart trok in die week drie keer via verschillende routes door Boxmeer. De route via Het Zand is overgebleven. Een “woelige tijd” in het begin van de zeventiger jaren deed het ergste vrezen voor de Boxmeerse Vaart. Gelukkig gebeurde dat niet. Inmiddels bestaat sinds 1980 een comité van zes Vaartmeesters die de Vaart erin houden.
Bron: website Boxmeerse Vaart. Hier vindt u meer informatie over dit jaarlijkse evenement.